Tegen beschikking maar een maal hoger beroep mogelijk

Jurisprudentie overig (o.a. klachtjurisprudentie) >>
3.3.

Bij de bestreden "“ uitvoerbaar bij voorraad verklaarde "“ beschikking van 14 september 2017 heeft de rechtbank het gezag van de moeder beëindigd.

3.4.

De moeder kan zich met deze beslissing niet verenigen en zij is hiervan in hoger beroep gekomen. Voor de door de moeder in hoger beroep aangevoerde grieven verwijst het hof naar de inhoud van het beroepschrift.

3.5.

Het hof dient de ontvankelijkheid van de moeder in de onderhavige procedure in hoger beroep te beoordelen.

Het hof stelt vast dat de moeder eveneens op 13 december 2017 bij separaat door mr. J.A.H. Blom ingediend, andersluidend beroepschrift, in hoger beroep is gekomen van de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 14 september 2017. Dit hoger beroep is administratief geboekt onder nummer 200.229.286/01.

Tegen een rechterlijke uitspraak kan op grond van de beginselen van goede procesorde slechts éénmaal hoger beroep worden ingesteld (Vgl. HR 14 december 1973, NJ 1974, 347, en nadien o.a. HR 9 mei 2003, NJ 2005, 168).

Het hof is niet in staat vast te stellen welk beroepschrift eerder ter griffie van het hof is ingekomen. Het hof overweegt echter dat in de zaak met nummer 200.229.286/01 door de GI schriftelijk verweer is gevoerd en nadere stukken zijn ingediend, in welke omstandigheid het hof aanleiding heeft gezien die zaak inhoudelijk te behandelen.

Het hof zal de moeder derhalve in het onderhavige beroep niet-ontvankelijk verklaren.


Back