Strafbare ouder

Jurisprudentie i.v.m. uithuisplaatsing >>

Uitspraak van de strafkamer van de Hoge Raad van 23 augustus 2005
waar het novembernummer van Perspectief een pagina aan wijdt: een jongen van 15 is in een internaat geplaatst; hij gaat terug naar huis; zijn vader laat hem binnen; belt de gezinsvoogd en vertelt waar het kind is. Hij weigert hem zelf terug te brengen, ook na een schriftelijke aanwijzing; na 3 weken doet hij het toch, maar de jongen gaat diezelfde dag weer naar huis; de vader laat hem weer binnen.
"Voor de gezinsvoogd is de maat nu vol. Er volgt aangifte bij de politie omdat de vader zijn zoon heeft onttrokken aan het toezicht van de gezinsvoogd en dit een strafbaar feit zou opleveren. "¦ De vader wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand met een proeftijd van twee jaar, plus een taakstraf van veertig uur. De vader stelt cassatieberoep in bij de Hoge Raad en voert onder meer aan dat niet bewezen is verklaard dat hij zijn zoon aan het toezicht heeft onttrokken van diegene die dat desbevoegd over de minderjarige uitoefent. Een ondertoezichtstelling ontneemt namelijk niet het gezag van een ouder, "¦ Omdat de vader het gezag over zijn zoon nog uitoefende, kon volgens hem geen sprake zijn van "onttrekking aan het opzicht", "¦ De Hoge Raad oordeelt dat wel degelijk sprake is van onttrekking aan het toezicht dat werd uitgeoefend door Bureau Jeugdzorg. Als degene die het gezag over een minderjarig kind uitoefent dit kind in strijd met een rechterlijke machtiging tot uithuisplaatsing onderdak verleent, levert dit een strafbaar feit op.

(Deze uitspraak ligt in het verlengde van een uitspraak van de Hoge Raad op 15 februari 2005 (LJN-nr. AR8250), waarin werd geoordeeld dat de ouder die samen met de andere ouder het gezag over hun minderjarig kind uitoefent, dit kind "aan het gezag en/of opzicht kan onttrekken" door zich bijvoorbeeld niet te houden aan een door de rechter vastgestelde omgangsregeling. Ook in bovenstaande uitspraak heeft de Hoge Raad geoordeeld dat
- hoewel er sprake is van de uitoefening van het gezag door een ouder - deze ouder een kind toch aan het gezag of toezicht van een ander kan onttrekken.
Dit betekent met andere woorden dat het ouderlijk gezag ook zijn grenzen kent als twee gescheiden ouders samen het gezag uitoefenen of als het kind van een ouder met gezag onder toezicht is gesteld."
Als u omgangsproblemen hebt als ouder, is het misschien een idee om de Officier van Justitie te verzoeken een gesprek te voeren met de andere ouder en deze erop te wijzen dat niet meewerken aan een door de rechter vastgestelde omgangsregeling een strafbaar feit oplevert volgens de Hoge Raad. In België schijnt dit wel te werken.)

Het artikel in Perspectief vervolgt: "Voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling biedt deze uitspraak extra mogelijkheden bij ouders die niet meewerken aan het beleid ten aanzien van hun kind dat de gezinsvoogd heeft vastgesteld. Als ouders een uit huis geplaatst kind dat wegloopt uit een tehuis opvangen en helpen zonder het terug te brengen, kan tegen hen aangifte worden gedaan en zijn zij strafbaar. Het is dan wel belangrijk dat de gezinsvoogd de met gezag beklede ouder eerst een schriftelijke aanwijzing geeft. Daarmee maakt de gezinsvoogd namens Bureau Jeugdzorg duidelijk aan welke afspraken de ouders zich moeten houden. Doen zij dat niet, dan kunnen ze strafrechtelijk veroordeeld worden. Als ouders hierover geïnformeerd worden, stimuleert dit hen wellicht om mee te werken aan de aanwijzing."
Na een schriftelijke aanwijzing kan de ouder (en het kind van minstens 12 jaar) Bjz verzoeken de aanwijzing in te trekken, bij weigering of als er na twee weken nog geen antwoord is (art. 1:260 lid 2 BW) kan men de kinderrechter verzoeken de aanwijzing vervallen te verklaren. En sommige kinderen zijn zo verstandig dan weg te lopen en de kinderrechter te laten weten dat zij met weglopen zullen doorgaan tot zij weer gewoon thuis mogen wonen.


Ga terug