Sinds verlenging OTS omstandigheden gewijzigd

Jurisprudentie i.v.m. ondertoezichtstelling >>

Sinds de bestreden beschikking is, zoals ter zitting in eerste aanleg aangekondigd, ingezet op versterking van [de minderjarige] zelf. Zo is [de minderjarige] met ingang van 5 juni 2019 gestart met creatieve therapie bij het Centrum voor Kindertherapie. Zij heeft daarover aan de voorzitter verklaard dat zij daar baat bij heeft en de therapie, ook na de huidige duur tot april 2020, wil voortzetten. [de minderjarige] heeft verder verklaard dat het thuis nu rustiger is en dat zij bij de moeder wil blijven wonen. De moeder heeft ter zitting verklaard [de minderjarige] vrij te laten in haar keuze om al dan niet met therapie door te gaan. De moeder heeft voorts ter zitting verklaard dat zij inmiddels gedurende 20 tot 28 uur per week in de thuiszorg voor ouderen werkzaam is, dat zij daarnaast studeert en dat de situatie thuis veel rustiger is geworden. [de minderjarige] houdt zich aan de regels en is vrolijker en meer ontspannen, aldus de moeder ter zitting. De vader heeft ter zitting bevestigd dat het bij de moeder thuis rustiger is geworden. Hij heeft momenteel geen contact met [de minderjarige] zelf, maar zoals zij weet staat de deur bij hem altijd voor haar open, aldus de vader ter zitting. Het hof overweegt voorts dat [de minderjarige] zich op school goed ontwikkelt en dat er geen nieuwe zorgsignalen zijn.

Het hof is van oordeel dat onder de hiervoor vermelde omstandigheden niet kan worden gezegd dat thans nog sprake is van een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van [de minderjarige] . Het hof heeft daarbij mede in aanmerking genomen de omstandigheid dat de GI ter zitting heeft verklaard voornemens te zijn de raad te verzoeken de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] voortijdig te beƫindigen.


Ga terug