Persbericht met bijlagen over de brief van Minister Rouvoet aan de directeuren van de Bjz's over weglopers

PERSBERICHT


Minister Rouvoet vindt kinderbeschermingsmaatregelen niet nodig voor kinderen van 16 en 17.
Hij heeft aan de directeuren van de Bureaus jeugdzorg geschreven dat hij de Wet op de jeugdzorg zo zal wijzigen, dat deze bureaus zonder toetsing door de Raad voor de Kinderbescherming of de Kinderrechter zelfstandig kinderen tegen de wil van hun ouders mogen uithuisplaatsen.
Overeenstemming tussen de minderjarige en Bureau jeugdzorg is voldoende. De jongere kan daarna buiten het ouderlijk gezin leven zonder de rompslomp van een ondertoezichtstelling.

Nadere informatie: secretariaat Kinderen-Ouders-Grootouders, 023 5 32 12 23.

De brief van de Minister wordt u op uw verzoek toegezonden.

4 augustus 2007

 

BIJLAGE

Aan de Algemeen Directeur van de raad voor de kinderbescherming
Postbus 19202
3501 DE Utrecht

Haarlem, 2 augustus 2007


Geachte Mevrouw,

Hierbij zend ik u kopie van de brief van stichting Kinderen-Ouders-Grootouders van heden aan de Minister voor Jeugd en Gezin.

Stichting Kinderen-Ouders-Grootouders betreurt het dat de Minister voornemens is artikel 71 van de Wet op de Jeugdzorg te wijzigen. Wij achten het geen goede zaak dat in kwesties die de facto een uithuisplaatsing zijn, de raad voor de kinderbescherming en de kinderrechter door bureau jeugdzorg buiten spel gezet worden, zodat geen enkele toetsing van de noodzaak van het indicatie-besluit tot verblijf plaatsvindt.

Wij wensen daarentegen een wijziging van artikel 7 Wjz zodat 16- en 17-jarigen niet langer zonder toestemming van hun ouders een indicatie-besluit kunnen krijgen voor verblijf.

Wij verzoeken u uw invloed aan te wenden om wijziging van artikel 7 Wjz in deze zin te bewerkstelligen.

Met vriendelijke groet,
(Drs T.P. Barendse-Cornelissen, secretaris)


Bijlage: kopie van de brief van het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin aan het bestuur van de Maatschappelijke Ondernemersgroep kenmerk DJB/JZ-2748030

 

BIJLAGE

Wet op de Jeugdzorg artikel 7
“1. Aan een besluit waarbij wordt vastgesteld of een cliënt is aangewezen op zorg als bedoeld in Artikel 5, tweede lid, ligt een aanvraag van een cliënt ten grondslag.

2. Indien de zorg betrekking heeft op een ander dan de aanvrager, behoeft de aanvraag de instemming van de cliënt waarop de aanvraag betrekking heeft.

3. Indien de aanvraag betrekking heeft op een minderjarige die jonger is dan twaalf jaar of ouder dan twaalf jaren en niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, is niet de instemming van de minderjarige vereist, maar van diens wettelijke vertegenwoordiger.

4. Indien de aanvraag betrekking heeft op een minderjarige die de leeftijd van twaalf maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, behoeft de aanvraag de instemming van de minderjarige en diens wettelijke vertegenwoordiger. …
5. …
6. In afwijking van het eerste lid kan de stichting een besluit nemen zonder een aanvraag daartoe, indien:
a. …
b. het besluit strekt tot een uithuisplaatsing in het kader van een ondertoezichtstelling … .”

En wat zijn er verder nog voor minderjarigen?
De hier niet expliciet genoemde kinderen van 16 en 17.

De Wet op de Jeugdzorg sluit op dit punt aan bij de gezondheidszorg, waar kinderen vanaf 16 jaar een behandeling of medicijnen kunnen krijgen buiten hun ouders om.
In de Jeugdzorg zijn er echter de kinderbeschermingsmaatregelen, waardoor de wens van de minderjarige / het plan van Bureau jeugdzorg getoetst wordt door de Raad voor de Kinderbescherming en de Kinderrechter.

Verblijf buiten het ouderlijk gezin lijkt ingrijpend genoeg om nader te toetsen.

Wet op de Jeugdzorg artikel 71
“1. Geen ouderbijdrage is verschuldigd indien:
a. … b. … c. …
d. aan een minderjarige nog jeugdzorg wordt geboden als bedoeld in Artikel 69 na schriftelijk aan het landelijk bureau inning onderhoudsbijdragen kenbaar gemaakt bezwaar door degene die het ouderlijk gezag of de voogdij uitoefent, tenzij het een jeugdige betreft ten aanzien van wie een maatregel van kinderbescherming is getroffen die tot verlening van zodanige zorg strekt of die deze noodzakelijk maakt; …”

Dit artikel 71 lid 1 onder d wil de Minister dus schrappen.