OTS kost meer dan het opbrengt

Jurisprudentie i.v.m. ondertoezichtstelling >>

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat er nog steeds sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging van [minderjarige] . De ondertoezichtstelling van [minderjarige] loopt nu al een lange tijd. Zowel de moeder als de vader hebben aangegeven dat de ondertoezichtstelling niet heeft bijgedragen aan het oplossen van de problemen van [minderjarige] , maar dat de situatie tijdens de ondertoezichtstelling zelfs is verslechterd. Gedurende de ondertoezichtstelling is het contact tussen [minderjarige] en de vader namelijk verbroken waardoor zij op dit moment al één jaar geen contact met elkaar hebben. De kinderrechter vindt dit een zorgelijke situatie. Met name omdat het onduidelijk is waar haar grote weerstand richting de vader vandaan komt. Om deze reden is het belangrijk dat [minderjarige] op korte termijn kan starten met de EMDR therapie. Wel moeten de resultaten van de EMDR therapie worden afgewacht voordat er kan worden gekeken naar de wenselijkheid én de mogelijkheden voor contactherstel. Mocht blijken dat contactherstel in het belang van [minderjarige] is, dan heeft de moeder ter zitting aangegeven dat zij het ook belangrijk vindt dat [minderjarige] contact heeft met haar vader. Een andere zorg is dat [minderjarige] veel druk en onrust ervaart vanwege de ondertoezichtstelling. De contacten met de gezinsvoogd leiden tot spanningen bij de moeder. [minderjarige] voelt deze spanningen ook. Bovendien zijn de zittingen die met de verlenging van de ondertoezichtstelling gepaard gaan ook een belasting voor [minderjarige] . Aan de kinderrechter heeft [minderjarige] verteld dat zij geen toegevoegde waarde ziet in een ondertoezichtstelling. [minderjarige] wil zich volledig kunnen focussen op de EMDR therapie, haar school en haar verdere toekomst. Volgens artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind heeft ieder kind het recht zijn mening te geven over zaken die hem/haar aangaan. Die mening moet serieus genomen worden. Dit betekent niet dat de mening van [minderjarige] per definitie doorslaggevend is. Maar de kinderrechter heeft de mening van [minderjarige] wel meegenomen in haar beslissing.

De zorg die ervoor nodig is om de ontwikkelingsbedreiging van [minderjarige] weg te nemen, wordt door zowel [minderjarige] als haar ouders geaccepteerd. Beide ouders hebben ter zitting benadrukt dat zij hun ondersteuning en medewerking zullen verlenen aan de hulpverlening om de zorgen over [minderjarige] weg te nemen. Zo zullen beide ouders hun medewerking verlenen aan de EMDR therapie van [minderjarige] . Daarnaast ziet de kinderrechter dat de ouders op dit moment "“ met behulp van het traject "Ouderschap Blijft" van Juzt "“ in staat en bereid zijn om met elkaar te communiceren in het belang van [minderjarige] . Ook zijn er afspraken gemaakt over het informatierecht van de vader. De moeder komt deze afspraken na. De ouders hebben toegezegd dat zij in de komende periode zullen blijven werken om de onderlinge communicatie te verbeteren en dat zij zich zullen houden aan de afspraken die in dat kader nog zullen worden gemaakt. Opgemerkt wordt nog dat de advocaat van de vader ter zitting heeft aangegeven dat de GI en de gezinsvoogd gedurende de ondertoezichtstelling geweigerd hebben om actief én doortastend in te grijpen. De kinderrechter heeft geen aanwijzingen dat de GI van koers zal veranderen en op een andere wijze invulling zal geven aan de ondertoezichtstelling. Om deze redenen vindt de kinderrechter dat de hulpverlening in het vrijwillig kader kan worden voortgezet en is een ondertoezichtstelling van [minderjarige] niet langer noodzakelijk.

De kinderrechter is van oordeel dat niet is voldaan aan de wettelijke criteria voor een verlenging van de ondertoezichtstelling van [minderjarige] en anderszins heeft een verlenging van de ondertoezichtstelling ook geen toegevoegde waarde.


Ga terug