Meisje loopt weg uit plaatsing en niemand weet waar zij is

Jurisprudentie i.v.m. uithuisplaatsing >>

De standpunten

4.1.

De moeder maakt zich heel erg zorgen om haar dochter. Ze weet niet waar [minderjarige] verblijft en of het goed met haar gaat. [minderjarige] is op Eerste Kerstdag bij haar moeder thuis geweest, maar is midden in de nacht weer vertrokken. Volgens de moeder is [minderjarige] bang dat ze terug moet naar een groep en wil ze daarom haar verblijfplaats niet bekend maken.

4.2.

[minderjarige] heeft de kinderrechter telefonisch verteld dat zij absoluut niet terug wil naar een groep. Ze is weggelopen na een incident waarbij er tegen haar geschreeuwd is en uiteindelijk de pieper is ingedrukt. [minderjarige] vond dit heel vervelend. Ze heeft geen vertrouwen meer in een plaatsing op een groep. Het liefst wil ze naar haar moeder of naar [naam vertrouwenspersoon] , die zij haar vertrouwenspersoon noemt. [minderjarige] is onzeker over hoe haar toekomst eruit ziet en wil graag inspraak in haar toekomst.

5De beoordeling

5.1.

De kinderrechter zal de spoedmachtiging beëindigen met ingang van vandaag en de verzoeken van de GI om [minderjarige] voor de duur van de ondertoezichtstelling uit huis te plaatsen afwijzen. De kinderrechter zal uitleggen waarom.

5.2.

De kinderrechter maakt zich grote zorgen over [minderjarige] . [minderjarige] is weggelopen en wil niet vertellen waar of bij wie zij nu verblijft. [minderjarige] staat absoluut niet open voor weer een verblijf op een groep en ook binnen het netwerk (familie of vrienden) zijn geen passende mogelijkheden. De kinderrechter heeft er grote moeite mee dat [minderjarige] door weg te lopen en weg te blijven afdwingt wat zij het liefste wil, namelijk terug naar haar moeder. [minderjarige] heeft geen vertrouwen in de volwassenen en hulpverlening en heeft een uitgesproken mening en wens over wat zij nu wil. Deels is dit normaal pubergedrag, maar [minderjarige] gaat heel ver in haar zelfbepalende gedrag en is niet in staat gebleken om zich aan te passen aan de regels van volwassenen om haar heen, zoals op school of op de groep.

5.3.

De kinderrechter vreest dat bij het verlenen van de machtiging tot uithuisplaatsing [minderjarige] weg blijft of opnieuw zal weglopen. De vervolgstap is dan een machtiging gesloten jeugdhulp om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan hulp blijft onttrekken. De kinderrechter wil [minderjarige] een kans geven om dit scenario te voorkomen en te laten zien dat zij bereid is om naar haar moeder en haar gezinsvoogd te luisteren en hulp te accepteren. [minderjarige] heeft gezegd in ieder geval open te staan voor hulp van Tien voor Toekomst. De kinderrechter verwacht van [minderjarige] dat ze de kans om terug te keren naar haar moeder volledig aangrijpt en ook meewerkt aan hulpverlening die haar moeder en gezinsvoogd nodig vinden, ook als [minderjarige] die noodzaak zelf niet ziet. De kinderrechter verwacht van [minderjarige] dat ze in gesprek gaat met haar moeder en gezinsvoogd om goede afspraken te maken, hulp te aanvaarden en in ieder geval haar school weer op te pakken.

6De beslissing

De kinderrechter:

6.1.

beëindigt de spoedmachtiging tot uithuisplaatsing met ingang van 28 december 2023;

6.2.

wijst beide verzoeken van de GI om een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen af.


Ga terug