Kinderrechter Tromp: Conclusie CBS voorbarig

Het is een gemiste kans voor gemeenten dat er geen onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek komt naar de relatie tussen de kindertoeslagaffaire en uithuisplaatsingen. Dat zegt de aan de Rijksuniversiteit Groningen verbonden docent en kinderrechter Bart Tromp.

Rondetafelgesprek

Bart Tromp spreekt donderdag in de Tweede Kamer tijdens een rondetafelgesprek over de jeugdbescherming. Hij reageert op de conclusie van het recente CBS-onderzoek dat kinderen van gedupeerde ouders niet vaker te maken hadden met de jeugdbescherming dan kinderen uit vergelijkbare gezinnen. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Jeugdzorg

Tromp vindt de conclusie van het CBS voorbarig. ‘Je kan hooguit zeggen dat in dit onderzoek geen verband is gevonden. Het CBS-onderzoek is wellicht methodologisch juist uitgevoerd, maar beantwoordt niet de relevante vraag of deze ouders hetzelfde lot had getroffen als zij niet gedupeerd zouden zijn geweest in de toeslagaffaire. Het is nog steeds mogelijk dat uit dossieronderzoek blijkt dat de terugvordering van toeslagen opeenvolgende problemen heeft veroorzaakt die ingrijpen met jeugdzorg noodzakelijk maakten.'

UHT-lijst

Tromp wil dat onafhankelijke wetenschappelijke onderzoekers zo'n grondig dossieronderzoek gaan doen en heeft hiervoor inmiddels ook een methode ontwikkeld. ‘Maar wetenschappers krijgen helaas geen toegang tot de UHT-lijst, de lijst die het Uitvoeringsorgaan Herstel Toeslagen heeft samengesteld van de ouders die door de Belastingdienst als gedupeerden zijn aangemerkt.’

Unieke onderzoekspopulatie

De slachtoffers van de toeslagaffaire vormen volgens Tromp een unieke onderzoekspopulatie. ‘Van deze groep ouders weet je dat er echt iets aan de hand is, dat armoede en schuldenproblematiek ontwrichtende gevolgen hebben gehad. In Nederland is nog nooit wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de ontwrichtende gevolgen van acute en onvoorzienbare forse schuldenproblematiek in relatie tot het ingrijpen met jeugdzorg. De vraag zou moeten zijn: wat voorspelt dat in een gezin jeugdzorg nodig is.’

Huisvesting

Intussen is veel jeugdzorg er volgens Tromp op gericht om de opvoedvaardigheden van ouders te verbeteren en probleemgedrag bij kinderen te behandelen. ‘Ook is er veel aandacht voor ex-partnerproblematiek. Maar misschien richten we ons wel onvoldoende op de enorme stress van schuldenproblematiek. Als dat zo is, investeer als gemeente dan liever in armoedebestrijding, baankansen of wellicht betere huisvesting, dan altijd maar weer in therapie.’