In hoger beroep soms niet uitgaan van de al vastgestelde "feiten":

Jurisprudentie i.v.m. gezag, omgang en informatie na scheiding >>

Bij beoordeling van verzoek tot schorsing, geldt in beginsel dat moet worden uitgegaan van beslissing van vorige rechter en daaraan ten grondslag liggende vaststellingen en oordelen omtrent uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Dit kan anders zijn als de bestreden beschikking, klaarblijkelijk berust op een juridische of feitelijke misslag, of als na uitspraak bestreden beslissing feiten of omstandigheden zijn voorgevallen of aan het licht gekomen, die kunnen rechtvaardigen dat van die eerdere beslissing wordt afgeweken. Rechtbank heeft zich bij het bepalen van voorlopige omgangsregeling via het Omgangshuis zich klaarblijkelijk in belangrijke mate gebaseerd op inhoud van raadsrapport waarvan wijze van tot stand komen door raad zelf als ondeugdelijk is aangemerkt en dat hij zal intrekken. Dan komt aan beslissing rechtbank een wezenlijke grondslag te ontvallen, zodat sprake is van feiten en omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat in appel van de beslissing van de rechtbank met betrekking tot de uitvoerbaarverklaring bij voorraad wordt afgeweken. Schorsing verklaring uitvoerbaar bij voorraad. Uitvoerbaarverklaring bij voorraad ten aanzien van veroordeling van moeder tot betaling van een dwangsom als zij in gebreke blijft medewerking te verlenen aan voorlopige omgangsregeling moet worden geschorst. Alleen moeder is belast met gezag over minderjarige en artikel 1:377a BW voorziet niet in mogelijkheid van ambtshalve opleggen van dwangmiddel. Rechtbank is door opleggen van dwangsom aan de moeder zonder dat hierom door de vader was verzocht, buiten rechtsstrijd van partijen getreden, zodat sprake is van een juridische misslag. Schorsing verklaring uitvoerbaar bij voorraad.


Ga terug