GI belast met deel gezag i.v.m. inschrijving school |
De kinderrechter is van oordeel dat het noodzakelijk is voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling dat het gezag van de ouders over [minderjarige] gedeeltelijk wordt beperkt en in plaats daarvan wordt uitgeoefend door de GI. De kinderrechter zal het verzoek van de GI daarom toewijzen. Deze beslissing geldt voor de duur van de uithuisplaatsing, dus tot 21 februari 2026 (artikel 1:265e Burgerlijk Wetboek). Ook geldt de gedeeltelijke gezagsuitoefening door de GI alleen voor de toestemming voor de aanmelding van [minderjarige] bij een onderwijsinstelling (te weten, bij [basisschool] te [plaats 1] ). De kinderrechter zal hierna uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Middels een beschikking van deze rechtbank verblijft [minderjarige] sinds 28 augustus 2025 bij haar vader in [plaats 1] . [minderjarige] staat momenteel nog ingeschreven op haar huidige basisschool in [plaats 2] . Sinds de uithuisplaatsing gaat zij niet naar school, maar kan zij ook niet worden ingeschreven op een andere school omdat de moeder daarvoor geen toestemming wil verlenen. Dit geeft problemen in de schoolgang van [minderjarige] . Zij zit momenteel in groep 8 en volgt op dit moment online onderwijs gedurende enkele uren per dag. Gelet op haar ontwikkeling en het feit dat de doorstroomtoets binnen afzienbare tijd zal worden afgenomen is die situatie niet passend. [minderjarige] is leerplichtig en moet naar school. Dit is niet alleen in het belang van haar cognitieve ontwikkeling, maar ook in sociaal-emotioneel opzicht. Niet kan worden verlangd dat zij, nu zij bij haar vader verblijft, iedere dag op en neer naar [plaats 2] wordt gebracht om naar school te gaan. Dit is voor de vader niet haalbaar. Het is ook van belang dat zij in haar huidige woonplaats contact kan hebben met leeftijdsgenoten. De oplossing die de moeder voorstelt, te weten dat zij gedeeltelijk het halen en brengen op zich zal nemen is tevens geen optie nu voorlopig door de GI is bepaald dat de omgangsmomenten begeleid dienen plaats te vinden. De kinderrechter dient de situatie te beoordelen naar de huidige omstandigheden en dat is dat [minderjarige] vooralsnog, in ieder geval een substantieel deel van het huidige schooljaar, bij haar vader in [plaats 1] zal wonen. Het is dan ook belangrijk dat haar schoolgang in die omgeving zal plaatsvinden. [minderjarige] mag niet de dupe worden van de strijd die op dit moment speelt en de kinderrechter zal dan ook bepalen dat het verzoek van de GI wordt toegewezen zodat [minderjarige] zo snel als mogelijk kan worden ingeschreven op een basisschool in haar huidige woonplaats.
5.3.
De beslissing wordt van rechtswege aangetekend in het gezagsregister.1
5.4.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.