De Rechtbank 's-Gravenhage heeft op 20 december 2012 bepaald dat Bjz/AMK de conclusie van een rapport moet veranderen. Maar ...

Jurisprudentie overig (o.a. klachtjurisprudentie) >>
“Beschikking
RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE
Sector civiel recht

Beschikking van 20 december 2012
… verzoeker,
tegen
de stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, gevestigd te Den Haag, belanghebbende.

1. De procedure
1.1 …
1.2 De mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden op 29 november 2012. …
1.3 …

2. De feiten
2.1 …
2.2 Bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) zijn meldingen gedaan met betrekking tot twee van de kinderen van verzoeker. …Het betrof een onderzoek m.b.t. dochter … en een onderzoek m.b.t. zoon … Kort samengevat heeft het onderzoek … betrekking op vermeend seksueel grensoverschrijdend gedrag van verzoeker jegens dochter en in de zaak … op een graffitimelding jegens … .
2.3 Verzoeker heeft Bjz verzocht de twee hiervoor bedoelde AMK-dossiers te vernietigen. Bjz heeft … bericht dat zijn verzoek m.b.t. beide dossiers geheel wordt afgewezen.

3. Het verzoek en het verweer
3.1 Verzoeker verzoekt de rechtbank … Bjz primair te bevelen het AMK-dossier met nummer 74607 geheel te vernietigen. Subsidiair verzoekt hij de rechtbank Bjz te bevelen een drietal passages in het AMK-dossier te verwijderen c.q. aan te passen. Zowel het primair als het subsidiair verzochte op straffe van een direct opeisbare dwangsom.
3.2 …

4. De beoordeling
4.1 Een verzoek als het onderhavige dient op grond van het bepaalde in artikel 46 lid 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) binnen zes weken na ontvangst van het antwoord van de verantwoordelijke, in dit geval Bureau Jeugdzorg, bij de rechtbank te worden ingediend. …
4.2. Op grond van artikel 46 Wet bescherming persoonsgegevens in verbinding met artikel 36 WBP en artikel 105 van de Wet op de Jeugdzorg kan de rechtbank op schriftelijk verzoek van de belanghebbende bevelen dat een verzoek tot verwijdering van gegevens zoals gedaan door verzoeker, …, alsnog moet worden toegewezen.
4.3
4.4 Het primaire verzoek is gebaseerd op artikel 56 lid 1 WJZ. … Het tweede lid van genoemd artikel bepaalt echter dat de vernietiging niet geldt voor zover het verzoek bescheiden betreft waarvan redelijkerwijs aannemelijk is dat de bewaring van aanmerkelijk belang is voor een ander dan de verzoeker, alsmede voor zover …
4.5 Primair verzoekt verzoeker vernietiging van het dossier 74607… . Kort samengevat voert hij daartoe aan dat kindermishandeling niet is bevestigd en de bemoeienis van het AMK daarmee is beëindigd, zodat het dossier dient te worden gesloten en wat hem betreft direct dient te worden vernietigd. De rechtbank overweegt dat het onderzoek door het AMK eind 2011 is gestart en halverwege 2012 is beëindigd. Het onder Bjz berustende dossier is derhalve van relatief recente datum. Bjz heeft aangegeven dat in het kader van de hulpverlening aan … de rappelfunctie nog wordt uitgeoefend om te bezien of de zorgen over … en de noodzakelijk geachte hulpverlening zijn opgepakt. De rechtbank acht het daarom in het belang van … dat momenteel niet wordt overgegaan tot vernietiging van het op haar betrekking hebbende dossier …
4.6 Het subsidiaire verzoek van verzoeker heeft betrekking op drie verschillende passages in het AMK-dossier. Verzoeker verwijst hierbij naar het rapport van de heer E. Zegers, teamleider AMK Zuid-Holland, van 13 april 2012. In dat aan de Klachtencommissie Bureaus Jeugdzorg Haaglanden/Zuid-Holland gerichte rapport staat …: ‘… is een kind met een aangeboren handicap, eveneens een risicofactor voor kindermishandeling.’ Voorts staat in dat rapport … ‘Kinderen vertonen gedragssignalen zoals woedeaanvallen en vernielen van huisraad en kleding. Dit is een uiting van of een risicofactor voor kindermishandeling.’ Uit beide formuleringen valt volgens verzoeker op te maken dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan kindermishandeling. In het eerste geval jegens zijn zoon, omdat deze een voetafwijking heeft. Deze conclusies zijn volgens verzoeker niet juist en dienen daarom te worden verwijderd.
4.7 … De rechtbank is van oordeel dat de twee hiervoor bedoelde citaten geen feitelijke onjuistheden bevatten. Er wordt in beide citaten in algemene zin aangegeven wat een risicofactor is voor kindermishandeling. Onjuist is de opvatting van verzoeker dat hieruit afgeleid dient te worden dat hij zich daadwerkelijk schuldig heeft gemaakt aan kindermishandeling. Een dergelijke conclusie valt daaruit niet te trekken. …
4.8 Het subsidiaire verzoek van verzoeker heeft voorts betrekking op de conclusie van het AMK dat kindermishandeling niet is bevestigd en niet is weerlegd. Bjz heeft aangegeven dat deze conclusie wordt getrokken indien uit het onderzoek blijkt dat het in de melding geuite vermoeden niet kan worden bevestigd en niet kan worden weerlegd en er voor het AMK onvoldoende aanknopingspunten zijn om de melding, zonodig met inschakeling van anderen nader te (doen) onderzoeken. Naar aanleiding van een verzoek van verzoeker is de conclusie weliswaar gewijzigd in ‘kindermishandeling is niet bevestigd’, maar Bjz heeft aangegeven dat deze wijziging slechts een tekstuele correctie betreft, en dat protocollair wel de conclusie ‘kindermishandeling is niet bevestigd en niet weerlegd’ gehandhaafd blijft. Verzoeker voert aan dat het vastleggen en kwalificeren van onderzoeksgegevens op een andere voor hem evident minder nadelige wijze kan worden verwezenlijkt te weten het behouden van de inhoud van het dossier met nummer 74607 behoudens de conclusie ‘niet bevestigd doch ook niet weerlegd’. Op die wijze wordt volgens hem recht gedaan aan zijn belang en aan het belang van Bjz/AMK.
4.9 … De rechtbank is van oordeel dat de conclusie van het AMK, zoals deze protocollair telt, te weten ‘kindermishandeling is niet bevestigd en niet weerlegd’, de mogelijkheid open laat dat er sprake is van kindermishandeling (in casu seksueel misbruik). Na uitvoerig onderzoek door het AMK is dit echter niet vast komen te staan. Ook is niet gesteld of gebleken dat er na afronding van het onderzoek signalen van seksueel misbruik bij het AMK zijn binnengekomen. De rechtbank is van oordeel dat het voor verzoeker zeer belastend is dat het onderzoek afsluit met een conclusie die suggereert dat er sprake is van kindermishandeling. Een dergelijke suggestie is, gelet op de inhoud van het onderzoek, onjuist. De rechtbank overweegt ten slotte dat de inhoud van het AMK dossier met nummer 74607 ook zonder de gewraakte conclusie voldoende recht doet aan het belang van Bjz. De onderzoeksgegevens waarop de conclusie is gebaseerd zijn immers voldoende uitgebreid in het dossier beschreven, en kunnen bij een eventuele nieuwe melding of nieuwe signalen worden geraadpleegd indien dit nodig mocht zijn.
4.10 Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het belang van verzoeker bij verwijdering van de gewraakte conclusie onder de gegeven omstandigheden zwaarder weegt dan het belang van Bjz bij handhaving van de gewraakte conclusie. Het verzoek van verzoeker m.b.t. de protocollaire conclusie dat kindermishandeling niet is bevestigd en niet is weerlegd, zal derhalve worden toegewezen. De door verzoeker verzochte dwangsom zal worden vastgesteld op het door de rechtbank redelijk geachte bedrag van 250 euro voor elke dag dat Bjz niet aan deze beschikking zal voldoen, met een maximum van 10.000 euro. Nu beide partijen over en weer gedeeltelijk in het (on)gelijk zijn gesteld zal de rechtbank bepalen dat partijen ieder de eigen kosten van deze procedure dienen te dragen….
5 De beslissing
De rechtbank:
-beveelt Bureau Jeugdzorg om binnen 48 uur na betekening van deze beschikking de conclusie in het AMK dossier met nummer 74607 dat ‘kindermishandeling niet is bevestigd en niet is weerlegd’ zodanig te verwijderen dat ook protocollair geen sprake meer is van voormelde conclusie, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag voor iedere dag dat Bureau Jeugdzorg dit bevel niet nakomt, met een maximum van € 10.000,-;
-bepaalt dat partijen ieder de eigen kosten van deze procedure dragen;
-verklaart deze beschikking tot hiertoe uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr J.J. van der Helm en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2012.”

Op 10 juli 2013 beschikt het Hof Den Haag anders:
"...
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
Jeugdzorg is op 30 januari 2013 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 20 december 2012 van de rechtbank ’s-Gravenhage.

Bij beschikking van 20 maart 2013 van dit hof is Jeugdzorg vervolgens niet-ontvankelijk verklaard in het verzoek tot schorsing van de werking van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de bestreden beschikking.
De man heeft op 20 maart 2013 een verweerschrift ingediend.
Bij het hof is voorts van de zijde van Jeugdzorg op 28 februari 2013 een brief van diezelfde datum met bijlage ingekomen.
Jeugdzorg is – samengevat – van mening dat zij niet kan voldoen aan de bestreden beschikking. Doordat in de beschikking is opgenomen dat de conclusie ook protocollair moet worden gewijzigd heeft de beschikking volgens Jeugdzorg tot gevolg dat Jeugdzorg een andere conclusie moet nemen dan welke zij daadwerkelijk heeft genomen. Voorts heeft de beschikking het gevolg dat Jeugdzorg/het AMK in de toekomst de conclusie ‘niet bevestigd, niet weerlegd’ niet meer zou mogen gebruiken. Het AMK is tot de conclusie gekomen dat niet duidelijk is geworden wat er nu gebeurd is, hetgeen protocollair wordt omschreven als ‘niet bevestigd en niet weerlegd’. Op verzoek van de man is de conclusie veranderd in ‘niet bevestigd’. Volgens Jeugdzorg is de formulering gewijzigd en niet de conclusie.
Jeugdzorg vindt het te ver gaan dat, ingeval er twijfel bestaat over de vraag of er wel of geen sprake was van kindermishandeling, dit tot gevolg heeft dat Jeugdzorg moet concluderen dat geen sprake is van kindermishandeling. In casu is deze conclusie niet juist omdat die conclusie in strijd is met hetgeen de minderjarige heeft verklaard. Jeugdzorg heeft geen gronden om de minderjarige niet te geloven. Door voortaan alleen te kunnen kiezen voor: ‘ja, er is sprake van kindermishandeling’ of ‘nee, er is geen sprake van kindermishandeling’ worden de mogelijkheden en bevoegdheden van Jeugdzorg/het AMK te veel beperkt. Ook wordt de taakuitoefening van het AMK belemmerd omdat de veiligheidsrisico’s die in AMK-onderzoeken worden vastgesteld onvoldoende kunnen worden benoemd en zo mogelijk aangepakt, meer in het bijzonder in die gevallen waarin het vermoeden niet onomstotelijk kan worden bevestigd, maar waar wel veiligheidsrisico’s voor minderjarigen worden gesignaleerd.
Jeugdzorg betwist dat het bezwaar van de man zich uitsluitend richt tegen de uiteindelijke conclusie van Jeugdzorg en niet tegen de inhoud van het aan de conclusie ten grondslag liggende onderzoek. Het bezwaar van de man richt zich wel degelijk tegen de inhoud van het onderzoek en op elk onderdeel van het dossier. De overweging van de rechtbank hieromtrent kan Jeugdzorg dan ook niet volgen.
Verder weerspreekt Jeugdzorg dat ook zonder de gewraakte conclusie de inhoud van het AMK dossier met nummer [nummer] voldoende recht doet aan het belang van Jeugdzorg. Jeugdzorg blijft er bij dat zij geen andere conclusie kan nemen dan zij heeft gedaan.
Ook kan Jeugdzorg de overweging van de rechtbank waarin, kort samengevat, wordt gesteld dat de man aanvoert dat het vastleggen en kwalificeren van onderzoeksgegevens op een andere voor hem evident minder nadelige wijze kunnen worden verwezenlijkt, niet volgen. De man wilde vernietiging van het dossier dan wel schrapping van de conclusie. Hij wilde een andere, niet juiste kwalificatie, aldus Jeugdzorg.
Ter zitting bij het hof heeft Jeugdzorg – onder meer – gesteld dat op grond van het ‘Protocol van handelen Advies en Meldpunt Kindermishandeling (hierna ook: het Protocol) drie conclusies mogelijk zijn. De man stelt dat het niet noodzakelijk is dat een dossier wordt afgesloten met één van deze conclusies. Jeugdzorg betwist dat. Elk onderzoek dient te worden afgerond met één van deze varianten. Het niet verbinden van een conclusie aan een rapport is volgens Jeugdzorg geen optie en is strijdig met het Protocol. Jeugdzorg stelt voorts maar één belang te hebben en dat is het belang van de minderjarige. De minderjarige heeft belang bij bewaring van een accuraat en volledig dossier. Het zou niet in het belang van de minderjarige zijn als er wordt afgesloten met een conclusie dat geen sprake is van kindermishandeling terwijl de waarheid in het midden is gebleven. Verder is Jeugdzorg bevreesd voor een precedentwerking.
Indien aan Jeugdzorg de mogelijkheid wordt ontnomen om een genuanceerde conclusie te nemen wordt het voor Jeugdzorg onmogelijk om haar werk te verrichten.

BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en, in zoverre opnieuw beschikkende:
wijst af het inleidende verzoek van de man, strekkende tot het (tekstueel en protocollair) verwijderen van de conclusie uit dossier met nummer [nummer]: ‘kindermishandeling is niet bevestigd en is niet weerlegd’;
bekrachtigt de bestreden beschikking voor zover deze de proceskosten betreft;
compenseert de proceskosten in hoger beroep in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. van Nievelt, Mink en van der Linden, bijgestaan door mr. Vergeer-van Zeggeren als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 juli 2013."

Cassatie wordt voorbereid.


Back