De provincie Utrecht meet de resultaten van jeugdzorg

Aan het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht
t.a.v. de weledelgestrenge vrouwe mr J.G.J. Kamp,
portefeuillehouder Zorg en Welzijn
Postbus 80300
3508 TH Utrecht


Haarlem, 17 januari 2007


Geacht College,

In het decembernummer 2006 van het door uw dienst Maatschappelijke Ontwikkeling uitgegeven blad zoUt hebben wij een verheugend artikel gelezen, namelijk ‘Met jeugdzorg naar inzichtelijke prestaties’. Hierin wordt gesproken van twee afspraken tussen de provincie en de jeugdzorginstellingen, dus tussen subsidieverstrekker en subsidieontvangers:
geregeld onderzoek naar de mate waarin gestelde doelen van hulpverlening worden bereikt, en naar cliënttevredenheid.
De onderzoeken moeten duidelijk maken “wat de geboden hulp precies beoogt en hoe effectief deze uiteindelijk is”. Het systeem zal dan ook de provincie “helpen bij het beoordelen van de effectiviteit van de ingekochte hulp”.

KOG hoort nogal eens van ouders dat het doel van jeugdzorg soms lijkt te zijn “het verlenen van hulp” eerder dan het oplossen van een probleem. Een systeem dat regelmatig aandacht vraagt voor de effectiviteit van hulpverlening zal hier een eind aan kunnen maken en daarmee de tevredenheid van de cliënten vergroten.
Wij hopen dan ook van harte dat ook de andere provincies en de grootstedelijke regio’s doelrealisatie (nog beter) zullen meten en op deze wijze zullen bijdragen aan de inhaalslag die jeugdzorg t.o.v. gezondheidszorg nog heeft te maken.

Met gevoelens van hoogachting,

(Drs T.P. Barendse-Cornelissen, secretaris)

In kopie aan de Hoofdinspectie Jeugdzorg
15 provincies en grootstedelijke regio’s
de redactie van zoUt (per e-mail)