De kinderrechter beslist dat de GI een IQ-test voor [voornaam van minderjarige] kan laten uitvoeren zonder de toestemming van de moeder

Jurisprudentie i.v.m. ondertoezichtstelling >>

De beoordeling


De kinderrechter beslist dat de GI een IQ-test voor [voornaam van minderjarige] kan laten uitvoeren zonder de toestemming van de moeder en legt hierna uit waarom.

De kinderrechter vindt het voor [voornaam van minderjarige] belangrijk dat de school te weten komt wat hij wel en niet kan op cognitief gebied. Dat heeft de school namelijk nodig om ervoor te zorgen dat [voornaam van minderjarige] onderwijs krijgt dat aansluit bij zijn mogelijkheden. Maar op dit moment heeft de school te weinig gegevens om te bepalen wat [voornaam van minderjarige] nodig heeft op onderwijsgebied. Daarom moet er een IQ-test worden uitgevoerd.

De kinderrechter vindt dat zo’n IQ-test kan worden beschouwd als een vorm van jeugdhulp. Wat onder jeugdhulp kan worden verstaan staat in de wet 1 . Daarin staat dat jeugdhulp onder andere is: ondersteuning van jeugdigen bij het omgaan met de gevolgen van opvoedingsproblemen van de ouders. In het geval van [voornaam van minderjarige] is het zo dat hij in groep 5 en 6 veel school verzuimd heeft. In die tijd woonde [voornaam van minderjarige] nog bij de moeder. [voornaam van minderjarige(-s)] schoolverzuim en achterstand op school vormden een deel van de redenen voor de ondertoezichtstelling 2 van [voornaam van minderjarige] . De onduidelijkheid over [voornaam van minderjarige(-s)] onderwijsbehoefte is in de ogen van de kinderrechter het gevolg van de opvoedingsproblemen die de moeder had. Dat maakt dat de IQ-test die nodig is om het juiste onderwijs te kunnen vinden een vorm van jeugdhulp is. In de wet staat verder 3 dat ouders gewoonlijk toestemming moeten geven voor het geven van jeugdhulp aan hun kind, maar dat dat niet geldt als de jeugdhulp wordt gegeven in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel. Er geldt een kinderbeschermingsmaatregel voor [voornaam van minderjarige] , hij is immers onder toezicht gesteld. Dit maakt dus dat voor de IQ-test geen toestemming van de moeder nodig is.

In de wet 4 staat ten slotte dat de kinderrechter in geschillen over de uitvoering van de ondertoezichtstelling een beslissing neemt die de rechter in het belang van het kind wenselijk vindt. De kinderrechter vindt het doen van de IQ-test wenselijk in het belang van [voornaam van minderjarige] . Want de uitslag van die test gaat hem helpen passend onderwijs te krijgen.

De kinderrechter heeft geprobeerd om tijdens de mondelinge bespreking van het verzoek overeenstemming tussen de moeder en de GI te bereiken maar dat is niet gelukt.


Ga terug