Bijzonder curator

Jurisprudentie overig (o.a. klachtjurisprudentie) >>

Artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt – voor zover hier van belang – het volgende. Wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige de belangen van de met het gezag belaste ouders in strijd zijn met die van de minderjarige, kan de rechtbank, indien dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk wordt geacht, daarbij in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking genomen, op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige terzake, zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen.

Gebleken is dat zich in deze procedure met betrekking tot de minderjarige [voornaam minderjarige] een belangenstrijd in de zin van voormeld artikel voordoet. De moeder wordt, samen met mevrouw [persoon B] , verdacht van kindermishandeling jegens [voornaam minderjarige] . Mevrouw [persoon B] bevindt zich in voorlopige hechtenis. De voorlopige hechtenis van de moeder is geschorst. Het strafrechtelijk onderzoek loopt nog. In de strafprocedure kan [voornaam minderjarige] zich (onder meer) voegen als benadeelde partij en om vergoeding van de door haar geleden schade verzoeken. Een dergelijke vordering zou (ook) tegen de moeder zijn gericht. De kinderrechter acht het dan ook in het belang van [voornaam minderjarige] dat een bijzondere curator haar belangen in de strafrechtelijke procedure tegen de moeder en diens medeverdachte(n) behartigt.

De bijzondere curator dient te onderzoeken of het belang van [voornaam minderjarige] gediend is met een indiening van een vordering benadeelde partij in de strafprocedure tegen (onder meer) de moeder, en zo ja, daaraan uitvoering te geven, en eventuele bijkomende handelingen rondom de strafprocedure voor [voornaam minderjarige] te verrichten.

Mr. G.E. van der Pols, advocaat te Rotterdam, heeft zich bereid verklaard de taak van bijzondere curator op zich te nemen. De kinderrechter zal derhalve als bijzondere curator benoemen mr. G.E. van der Pols.

De kinderrechter benoemt de bijzondere curator voor de duur van de gehele strafrechtelijke procedure bij de rechtbank. Van de bijzondere curator wordt verwacht dat deze de rechtbank (in het kader van diens benoeming) uiterlijk binnen 6 weken na de datum van uitspreken van het vonnis in de strafzaak zal rapporteren over de resultaten van de bijstand.


Back