Rechten minderjarige met ots

Prof Doek heeft eens op een rij gezet welke rechten een minderjarige heeft met een ondertoezichtstelling: namelijk de bevoegdheid een verzoek te doen:
- tot opheffing van de OTS (art. 261)
- tot wijziging of aanvulling van de doelen van de opgelegde OTS (art. 261)
- tot vervallenverklaring van een aanwijzing (art. 265a)
- tot het intrekken van zo’n aanwijzing (art. 265b)
- tot beëindiging of bekorting van de uithuisplaatsing of tot afzien van een overplaatsing (art. 265f)
- tot wijziging van een beslissing van de kinderrechter inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingsraken en/of de omgang (art. 265i)
- tot vervanging van de gezinsvoogd waarvoor de leeftijdsgrens van 12 jaar niet geldt (art. 44 lid 3 Uitv. Besl. WJZ).

Maar welk kind weet dat nou toch?

En wij voegen daar nu na 2015 aan toe:
Allereerst beoordeelt de kinderrechter of de minderjarige wel ontvankelijk is in haar verzoek. Op grond van het nieuwe artikel 1:262b BW kan een minderjarige ouder dan twaalf jaar geschillen die de uitvoering van de OTS betreffen voorleggen aan de kinderrechter. Een geschil over de contactmomenten met familie valt hieronder. En: een minderjarige van minstens 12 jaar kan de kinderrechter vragen om de benoeming van een bijzonder curator, en bij weigering zelfstandig in hoger beroep!