(oktober 2020): Kinderen van de staat, Hélene van Beek, 20 euro

Uit het voorwoord: "Dit boek gaat over jeugdzorg nu, van na de nieuwe Juegdwet uit 2015. ,,, Het zou allemaal beter worden, maar de harde realiteit is dat deze decentralisatie van de jeugdzorg een verslechtering is. De realiteit dringt zich met de dag meer op. Voor alle jeugdhulp zijn er lange wachtlijsten. Gemeentelijke wijkteams die de hulp moeten organiseren gaan ten onder aan bureaucratie. Jeugdzorg komt niet van de grond waardoor situaties escaleren. ... In 2019 pleegden er 15 kinderen zelfdoding in een instelling voor jeugdzorg, en 4 in een gesloten instelling. Het zijn schrikbarende cijfers.   In deze wereld gaat jaarlijks 3,75 milhard euro om. Meer dan 1 miljard daarvan gaat niet naar zorg, maar verdwijnt in het niets. ... Wegkijken gebeurt ook bij het geweld en seksueel misbruik in de tehuizen,dat op grote schaal voorkomt."


Uit hoofdstuk 1: "... In Nederland wonen 46.000 kinderen niet bij hun vader en moeder. Ze verblijven in een gezinshuis of in een instelling voor jeugdzorg. Voor hun eigen bestwil, wordt gezegd."
"Sinds 2015 wordt er ook niet minder, zoals beoogd, maar juist meer jeugdzorg verleend dan ooit. Gemeenten geven daarover deze cijfers: twintig jaar geledem kreeg 1 op de 27 kinderen jeugdhulp, nu is dat 1 op de 8."(pag. 24)
"Jaarlijke hebben zo'n 30.000 ouiders en kinderen te maken mt een ots. Het erge is, volgens Van Doremalen: 80 procent van de onmdertoezichtstellingen is onterecht. Omdat de instanties die erover gaan niet nauwkeurig uitzoeken wat er in die gezinnen daadwerkelijk aan de hand is. Oftewel: omdat de instanties in de jeugdzorg niet aan waarheidsvinding doen."(pag. 52)
"Jeigdzorg doet aan oudervervreemding."
(Harry Berndsen, contactpersoon voor KOG):,
"Waar het aan schort, is waarheidsvinding, oftewel feitenonderzoek, blijkt uit de vele gesprekken hierover. Het probleem is van alle tijden en het is groot. Het recht op een goed feitenonderzoek werd in 2015 wel vastgelegd in de nieuwe Jeugdwet. Maar dat zorgde desondanks niet voor een verbetering. Er ois sprake van een fundamenteel probleem, licht Harry Berndsen toe. Hij volgde de opleiding voor maatschappelijk werk en studeerde daarna af als sociaal pedagoog aan de Universiteit van Leiden. ... ''Lernprobleem van jeugdzorg is dat er mensen werken die zich raadsonderzoeker noemen of Veilig Thuis-onderzoeker of gezinsvoogd, maar die niet zijn berekend op hun taak,'licht hij in een gesprek toe. In de jeugdzorg werken voornamelijk mbo'ers em hbo'ers, stelt Berndsen. En die zijn onvoldoende opgeleid om goede rapportages te kunnen maken:  'Hun taak is feitenonderzoek. Dat leer je op de universiteit. Ik kan erover meepraten, want ik heb zowel op het hbo gezeten als op de universiteit. Ik ken het verschil. Die mensen kunnen dat niet. Die houden interviewtjes, en zeggen dan: 'Dit heeft de geïnterviewde gezegd.' Maar dat is geen waarheidsvinding. Die mensen moet je niet met zo'n taak belasten. Dat is een grote systeemfout waardoor alles verkeerd gaat op het punt van rapportage en het informeren van de kinderrechter. Waardoor er verschrikkelijke domme maatregelen worden genomen.' Het is een vee;gehoorde klacht dat de hulpverleners in de jeugdzorg wel verregaande bevoegdheden hebben, maar niet voldoende bekwaam zijn om die zeer zware taken uit te voeren. Het gaat al mis bij de gesprekken die zij met de ouders moeten voeren, stelt Berndsen. 'Waar het vooral om gaat is dat je goed in staat bent om een conflictgesprek te voeren. Dat kan men gewoon niet. Daar is men niet in getraind.'En dan gaat het mis, en escaleert de boel, weet pedagoog Haary Berndsen. 'Dan ontstaan er enorme defensiemechanismen, bij met name onzekere gezinsvoogden of onzekere onderzoekers. Als iemand maar eventjes een beetje kritisch wordt is het: 'O jee, u gaat de strijd aan', en 'O, u wilt geen samenwerking', en 'O, we gaan de rechter informeren'.. Het is echt niet te geloven wat een ondermaats niveau daar zit. Van alle gezinsvoogden die ik ken, is maar vijf procent aan de maat. Het is echt heel verschrikkelijk.' (pag. 55/56)
"Ik heb de afgelopen twintig jaar 380 dossiers bestudeerd, evaluatierapporten van gecertificeerde instellingen. Je komt nooit tegen, maar dan ook nooit, dat een gezinsvoogd iets fout gedaan heeft. En dat is buitengewoon verdacht. Dat kan niet. Ik merk dat gezinsvoogden heel veel fouten maken. En ze verzinnen dingen gewoon. En vervolgens verklaren ze dat tot feit."
Ouders en 'cliënten' uit de jeugdzorg zijn verbolgen over het rapport Samen werken aan feitenonderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut, waar zo lang op is gewacht. ... Ouders, verenigd in verschillende groepen, gaven ondanks de korte tijd die ze kregen, veel kritiek. Maar die werd niet meer in het rapport verwerkt. Hun reacties werden simpelweg onder aan het rapport geplakt. Alfred Groenen van het SWVm SamenWerkingsVerband van Ouders met Jeugdzorg, is vooral boos over het lage niveau van de bijeenkomsten die werden gehouden en de manier waarop ouders werden bejegend. Zijn reactie namens de ouders: ..." (Mr Alfred Groenen is een van de contactpersonen van KOG.).