In raadsrapport onvoldoende gronden OTS, ook in hoger beroep

Jurisprudentie i.v.m. ondertoezichtstelling >>

5.De motivering van de beslissing
5.1 De raad voert aan dat de kinderrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat het enkele feit dat de oorzaak van het letsel van tot op heden onbekend is, onvoldoende is om te spreken van een ernstige ontwikkelingsbedreiging. Fors letsel bij een vijf maanden oude baby, waarbij de "¢toedracht van het letsel onduidelijk is en een kinderarts van het Landelijk Expertisecentrum Kindermishandeling (hierna: het LECK) heeft verklaard dat het iets waarschijnlijker is dat er sprake is geweest van een non-accidentele toedracht dan een accidentele toedracht, levert wel degelijk een ernstige ontwikkelingsbedreiging op. ...Ten onrechte is de rechtbank er bovendien van uitgegaan dat de ondertoezichtstelling niet noodzakelijk was vanwege de bereidheid en betrokkenheid van ouders en het feit dat er zicht zou blijven op het gezin. De raad maakt zich zorgen over de draagkracht en draaglast van de ouders. Inmiddels is gebleken dat geen hulpverlening meer betrokken is bij het gezin, hetgeen de raad zorgelijk acht in het licht van het onverklaarbare letsel. ...

5.2 Namens en door de moeder is als volgt verweer gevoerd. Voorafgaand aan deze procedure heeft de kinderrechter bij beschikking van 29 maart 2019 een voorlopige ondertoezichtstelling opgelegd vanwege de onduidelijke oorzaak van het letsel bij ; Door middel van de voorlopige ondertuezichtstelling konden instanties zicht krijgen op de opvoed- en veiligheidssituatie in het gezin. Ouders hebben ontzettend hun best gedaan om alle onderzoeken en instanties te faciliteren en deze situatie te combineren met hun drukke agenda's. Ondanks alle drukte is het ouders gelukt om een. stabiele en veilige thuissituatie te waarborgen, mede met behulp van een betrokken netwerk. De onderzoeksresultaten zijn helder; er is sprake van rust, regelmaat en structuur en een warme en affectieve band tussen ouders en kinderen. Het gezin heeft een groot en betrokken netwerk. 1-let wijkteam is bij het gezin betrokken. De raad legt al deze positieve onderzoeksresultaten naast zich neer en is op zoek naar andere feiten en omstandigheden waaruit zou moeten volgen dat er sprake is van een ontwikkelingsbedreiging voor . Het letsel van blijft tot op de dag van vandaag onverklaarbaar. Dat de breuk onverklaarbaar is, maakt het echter niet waarschijnlijker dat de ouders hier iets mee te maken hebben. Ouders ontkennen dat ooit sprake is geweest van fysiek huiselijk geweld. ...

5.3 Het hof stelt het volgende voorop.... Uit het verzoek in eerste aanleg blijkt dat de raad heeft verzocht de maatregel van ondertoezichtstelling van voor de duur van zes maanden uit te spreken. In het beroepschrift verzoekt de raad verzocht de ondértoezichtstelling van voor de duur van twaalf maanden uit te spreken. De raad heeft bij nadere brief van 20 september 2019 als reden voor deze eisvermeerdering aangegeven dat inmiddels duidelijk is gewôrden dat er geen hulpverlening meer betrokken is en het politieonderzoek is afgrond zonder dat de toedracht van het letsel duidelijk is geworden. ...
5.5 Op. basis van de overgelegde stukken en hetgeen ter terechtzitting naar-voren is gebracht, is het hf van oordeel dat de rechtbank op de juiste gronden heeft geoordeeld dat niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor ondertoezichtstelling van . Het hof neemt de gronden van de rechtbank over en maakt die tot de zijne. In hoger beroep is niet gebleken van feiten en omstandigheden die kunnen leiden tot een andersluidend oordeel. Het hof overweegt in het bijzonder nog het volgende.
5.6 ...
5.7 Daarnaast heeft de raad aangegeven lichte zorgen te hebben over de draaglast en draagkracht van de ouders en over het feit dat er geen hulpverlening bij het gezin betrokken zou zijn. Het hof overweegt dat is komen vast te staan dat nog steeds hulpverlening bij het gezin betrokken is. De moeder heeft vrijwillig het wijkteam ingeschakeld en ter zitting heeft moeder aangegeven dat het wijkteam op regelmatige basis langskomt. De contacten tussen de moeder en het wijkteam hebben voornamelijk, betrekking op de kinderen, maar over en weer is ruimte voor andere vragen.
Het hof hecht in dit verband ook waarde aan hetgeen de GI ter terechtzitting naar voren heeft gebracht. De GI heeft te kennen gegeven verbaasd te zijn over het door de raad ingestelde hoger beroep. Het onderzoek dat Enver naar ouders heeft uitgevoerd is namelijk positief afgesloten. Ouders waren geschokt door de situatie rondom het letsel van Zij hebben zich opengesteld voor alle onderzoeken en hulp en aan alles meegewerkt. De GI heeft alle vertrouwen in ouders uitgesproken en heeft niet kunnen constateren dat bij ouders sprake is van onvoldoende draagkracht. De GI heeft met het wijkteam de afspraak gemaakt dat als het wijkteam zorgen ziet, dit bij de GI zal worden gemeld. Tot op heden heeft de GI geen melding gekregen....
5.8 Het hof concludeert als volgt. Het feit dat geen uitsluitsel kan worden gegeven over de toedracht van het letsel van vormt op zichzelf onvoldoende grond om te kunnen spreken. van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor . Er is voldoende zicht op de kinderen en de opvoedomgeving en ook hieruit blijkt niet dat sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor . Evenmin is gebleken dat ouders hulpverlening weigeren of onvoldoende accepteren. Het wijkteam is immers nog steeds bij de ouders betrokken


Ga terug