![]() |
||||
|
||||
|
Onderlegger voor interviews project normering jeugdbescherming
22 augustus 2019 Opgesteld door Brigit Rijbroek, projectleider Harry van den Bosch, onderzoeker
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft het Nederlands Jeugdinstituut gevraagd een verkennend onderzoek te doen naar de (on)mogelijkheden om de gronden voor het opleggen van een maatregel van kinderbescherming aan te scherpen en op te nemen in een toetsingskader, de rechtsbescherming van ouders en kinderen in de jeugdbescherming te verbeteren en naar het normeren van feitenonderzoek in de jeugdbescherming. U bent uitgenodigd om mee te doen aan een interview in dit kader. In de onderliggende notitie schetsen we kort de kaders waarbinnen we de opdracht gaan vormgeven. Het vormt de basis voor het interview.
Aanleiding en probleemstelling De RvdK, VT en GI hebben gezamenlijk het Actieplan Verbetering Feitenonderzoek Jeugdbescherming begin 2019 in uitvoering genomen. De uitvoering richt zich op verbeteringen in de uitvoeringspraktijk (kwaliteit van rapportages en verzoekschriften, bejegening van kinderen en ouders en informatie/ondersteuning kinderen en ouders). De uitvoering loopt door tot en met 2021. In een motie van de leden Bergkamp (D66) en Van der Staaij (SGP) wordt aanvullend verzocht om verdere aanscherpingen van het Actieplan Verbetering Feitenonderzoek Jeugdbescherming. In deze motie wordt aangekaart dat de rechtsgrond ‘ernstig bedreigde ontwikkeling’ voor het opleggen van een ondertoezichtstelling (en gezag beëindiging van de ouders) door sommigen als ‘vaag’ wordt beschouwd en dit mogelijk kan leiden tot onterechte beschuldigingen. In dit kader wordt gevraagd om een verkenning met verschillende partijen (deskundigen en cliëntengroepen) naar de (on)mogelijkheden van het aanscherpen van de rechtsgrond “ernstig bedreigde ontwikkeling”, normering van feitenonderzoek binnen de jeugdbeschermingsketen en een toetsingskader voor rechters. Voorts wordt gevraagd op welke onderdelen de rechtsbescherming van ouders en kinderen in de jeugdbeschermingsketen verbeterd kan worden en hierbij een vergelijking met andere rechtsgebieden te maken. Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft het Nederlands Jeugdinstituut verzocht om deze verkenning uit te voeren. Het resultaat moet bij voorkeur uiterlijk 1 november opgeleverd worden.
De opdracht gaat in op 3 thema’s/vragen.
Methode van onderzoek
Voor het beantwoorden van bovenstaande vragen houden we een literatuur deskstudie en voeren we 15-20 interviews uit met belanghebbenden, praktijkdeskundigen en experts. De interviews worden zo veel mogelijk in de volgende volgorde gehouden (rekening houdend met de korte doorlooptijd van de opdracht).
Fase 1: oriënterende deskstudie Fase 2: interviews met ervaringsdeskundigen Fase 3: interviews met praktijk-, beleids-, en wetenschappelijke deskundigen Fase 4: verdiepende deskstudie
Het gaat om een semi gestructureerd interview. Dat betekent dat een aantal vragen in alle interviews terug zal komen, maar er ook ruimte is voor individuele inbreng. Verderop in het document vindt u de vragen. Het interview neemt 1 à 2 uur in beslag.
Van het interview maakt de onderzoeker binnen een week een samenvatting. Dit verslag wordt als concept aan u voorgelegd met het verzoek hierop te wijzigen wat u wenst en toestemming te geven voor de definitieve versie, het gebruik van uw interview voor publicaties die betrekking hebben op deze opdracht (beleids, wetenschappelijke en publieke rapportages of bijdrages anderszins). Tot slot wordt u gevraagd om aan te geven of u anoniem of in persoon genoemd kunt worden in het rapport en publicaties.
Na afronding van de interviews en deskstudies zal het concept rapport aan alle respondenten worden voorgelegd en is er gelegenheid om hierop feedback te geven. Deze meningen zullen meegenomen worden in de eindrapportage.
Uitwerking van de thema’s ten behoeve van de gesprekken met deskundigen en belanghebbenden.
Thema A. Analyseer bestaande documenten en heersende opvattingen over de rechtsgronden voor het opleggen van een kinderbeschermingsmaatregel (OTS en gezag beëindiging), vanuit juridisch en pedagogisch perspectief;
Toelichting. Over de rechtsgrond “ernstige bedreiging in de ontwikkeling van de minderjarige” is ook in de wetsgeschiedenis veel gesproken en geschreven. In het begin van de jaren 10 bestond juist behoefte om de term “ernstig” niet te bezigen. Men wilde juist meer kinderen potentieel beschermen. De uitkomst van de discussies was dat de term “ernstig” werd gehandhaafd en er een “ots-light” werd geintroduceerd: wel bescherming maar met minder juridische mogelijkheden. Uiteindelijk werd ook dit niet haalbaar geacht en onwenselijk. Ingrijpen moet gereserveerd blijven voor de gevallen waarin dit echt noodzakelijk is. Het bleef “ernstig bedreigd” zonder nadere concretisering. De praktijk en de wetenschap hebben een eventuele nadere concretisering van deze bedreiging in een normenstelsel, tot nu toe altijd afgewezen. Er moet ruimte zijn om per geval te beoordelen of de gronden voor een maatregel aanwezig zijn. Doel van het onderhavige onderzoek is om deze vraag tegen het licht te houden en te heroverwegen.
Thema B. Inventariseer de (on)mogelijkheden tot verdere normering van feitenonderzoek in de jeugdbeschermingsketen en een toetsingskader voor kinderrechters;
Thema C. Inventariseer op welke onderdelen de rechtsbescherming van kinderen en ouders in de jeugdbescherming verder verbeterd kan worden en betrek hier overige rechtsgebieden bij.
Bijlage 1. Overzicht verbetervoorstellen uit desk studie.
NB alleen die voorstellen in deze lijst opgenomen die een herziening of aanvulling van het wettelijk systeem inhouden. Knelpunten die bijvoorbeeld samenhangen dat in de praktijk niet gewerkt wordt zoals het wel in de wet staat, worden in een ander traject opgepakt.
Bijlage 2. Lijst van reeds geraadpleegde literatuur en documenten
Actieplan verbetering feitenonderzoek in de jeugdbeschermingsketen, met bijbehorende positionpapers.
Salverda, S. Schema Erasmus School of Law: Inventarisatie knelpunten en verbetermaatregelen jeugdbescherming
Groenen, A. en Van Doremalen, D. Namens cliëntorganisaties. Notitie 14 juni aan leden Tweede Kamer over Adequaat Feiten Onderzoek
Prinsen, P. De rechtsstaat is ook voor kinderen, 18 mei 2019
Prinsen, P. Rechtsbescherming in de justitiële jeugdketen
Verweij Jonker/WODC. Tussenevaluatie Herziening kinderbeschermingsmaatregelen
Tweede Kamer. Modernisering burgerlijk bewijsrecht
Van Montfoort, A. Professionele oordeelsvorming in het sociaal domein. Uitgeverij deViervensters
Kinderrechtencomité. General comment nr 14 over het belang van het kind
Kinderombudsman. Is de zorg gegrond? Ga terug |
|||
Design: Yze Webdesign | K.v.K. 30.19.00.06 | Disclaimer |